Bijbelprofetie - Daniël 11 vervolgd...
Daniël 11:5: "De koning van het Zuiden zal machtig worden, maar een van zijn vorsten wordt nog machtiger dan hij en zal in zijn plaats heersen; zijn heerschappij zal zich over een groot gebied uitstrekken.
[De eerste "koning van het Zuiden" was Ptolemeus I (305-283 voor Christus). Hij was de eerste die na de val van Alexanders rijk de Egyptische troon besteeg. Seleucus I (305-281), die tijdens de Diadochi Oorlogen (die volgden op Alexanders dood) onder Ptolemeus diende als "een van zijn vorsten", verwierf de troon van Syrië voor zichzelf en werd hiermee de eerste "koning van het Noorden". Syrië was veruit het grootste gedeelte van Alexanders verdeelde rijk en daarom was de heerschappij van Seleucus inderdaad "groot".]
Daniël 11:6: "Na verloop van jaren sluiten zij een verbintenis: de dochter van de koning van het Zuiden zal huwen met de koning van het Noorden om de vrede te bezegelen, maar zij zal haar invloed niet behouden en zijn macht zal evenmin blijven bestaan. Op zeker moment wordt zij uitgeleverd, evenals haar gevolg, de man die haar verwekte en de man die haar tot vrouw nam."
[Ptolemeus II (283-246 voor Christus), de opvolger van Ptolemeus I, gaf zijn dochter Berenice in een huwelijkspact aan zijn rivaal Antiochus II (261-246 voor Christus), die Antiochus I (281-261 voor Christus), de zoon van Seleucus I, opvolgde. Toen Ptolemeus stierf, keerde Antiochus terug naar zijn ex-vrouw Laodice (waarvan hij was gescheiden om met Berenice te kunnen trouwen). Laodice grijpt de terugkeer van Antiochus aan als een gelegenheid om hem te vergiftigen en Berenice en haar kind te vermoorden, zodat haar eigen zoon Seleucus II (die door Antiochus verwekt was) de troon kon bestijgen.]
Daniël 11:7-9: "Een van haar verwanten treedt in diens plaats, trekt op tegen het leger en dringt de vesting van de koning van het Noorden binnen; hij komt als overwinnaar uit de strijd. Zelfs hun goden, hun gegoten beelden en hun kostbare voorwerpen van zilver en goud voert hij als buit naar Egypte. Daarna laat hij de koning van het Noorden enkele jaren met rust. Deze op zijn beurt zal het rijk van de koning van het Zuiden binnenvallen, maar daarna zal hij naar zijn eigen land terugkeren."
[Wanneer Ptolemeus III (246-222 voor Christus), Berenices broer ("een van haar verwanten"), verneemt van de moord van Berenice, begint hij een succesvolle oorlogscampagne tegen Seleucus II (246-225 voor Christus), die naar Klein-Azië vluchtte. Ptolemeus veroverde een buit van 40.000 zilveren talenten, 4.000 gouden talenten en 2.500 afgodenbeelden op de Syriërs voordat hij naar Egypte terugkeerde, wat gebeurde toen Seleucus Syrië weer veroverde.]
Daniël 11:10-13: "Zijn zonen zullen zich wapenen voor de strijd en een menigte grote legers ronselen. Hun legermacht trekt op, voortrazend als een vloedgolf, en komt bij een tweede veldtocht tot aan de vesting van de vijand. Dit verbittert de koning van het Zuiden, hij trekt ten strijde tegen de koning van het Noorden. Deze brengt een grote menigte op de been, maar die valt in handen van zijn tegenstander. En wanneer de menigte is weggevaagd wordt de koning van het Zuiden hoogmoedig; tienduizenden velt hij, maar toch is hij niet machtig. Opnieuw brengt de koning van het Noorden een menigte op de been, groter nog dan de eerste. Na enige jaren trekt hij op met een groot leger dat geweldig is toegerust."
[Seleucus III (225-223 voor Christus) was de opvolger van Seleucus II. Hij bouwde een groot strijdmacht op, waarmee hij ten strijd trok tegen Attalus I (241-197 voor Christus) van de dynastie van de Attaliden. Hij werd na een korte tweejarige heerschappij vermoord. Zijn jongere broer, Antiochus III (ook bekend als "Antiochus de Grote", die regeerde van 223-187 voor Christus), volgde hem na zijn dood op, bracht een grote legermacht op de been en voerde een veldtocht tegen Ptolemeus IV (221-205 voor Christus) van Egypte. Hij was succesvol tot hij in 217 voor Christus in Raphia werd verslagen, een verlies dat zijn voorgaande overwinningen teniet deed.
Ptolemeus IV - aangemoedigd door zijn overwinning in Raphia in Palestina - probeerde vervolgens het Allerheiligste van de Joodse tempel binnen te gaan, een daad die volgens de Joodse wet verboden is. De Joden boden daarom weerstand, wat hem in woede deed ontsteken en ertoe leidde dat "tienduizenden" ter dood werden gebracht.
Na zijn nederlaag richtte Antiochus zijn aandacht op het oosten. Hij marcheerde, in de voetstappen van Alexander de Grote, met groot succes helemaal tot aan de Kaboelvallei in Afghanistan. Hij verwierf hierdoor de titel "Antiochus de Grote". Hij keerde terug om oorlog te voeren tegen de Ptolemeeën en in 198 voor Christus, bijna 20 jaar na zijn nederlaag in Raphia, slaagde Antiochus erin om Palestina te heroveren. De slag om Panium (198 voor Christus) markeerde het einde van de Ptolemeïsche heerschappij over Palestina. Toen de koning van het Noorden terugkeerde, na eerst een nederlaag te hebben geleden, kon de koning van het Zuiden dus niet stand houden.]
Read Bijbelprofetie Page 3 Now!
Copyright © 2002-2021 AllAboutTruth.org, Alle rechten voorbehouden